Mijn verhalen - Het verhaal van mevrouw Paauw

Mijn verhalen - Het verhaal van mevrouw Paauw

Het verhaal van mevrouw Paauw


‘6… 7… 8… 9… 10… wie niet weg is is gezien ik kom!’ Anna huppelde de straat in.

Paula gluurde achter de vuilnisbak waar ze verstopt zat vandaan, precies op het moment dat Anna langs rende. Giechelend trok Paula haar hoofd terug. Anna liep nietsvermoedend door. Toen ze het einde van de straat naderde, draaide ze zich met een ruk om. Paula bleef stil zitten, ze durfde bijna geen adem te halen.

‘Paula?,’ vroeg Anna onzeker. ‘Paulaaa! Waar zit je? Jij wint dit rondje hoor! Kom maar tevoorschijn!’ Giegelend kwam Paula achter de vuilnisbak vandaan. ‘Boe! Ha kon je me echt niet vinden?’ vroeg ze, nog na lachend. ‘Je bleef voor eeeeeuwig bij die vuilnisbak staan!

Ik win dit rondje!’ Met een zuur gezicht antwoordde Anna: ‘Ik wil iets anders doen.’

Lachend rende Paula weg. ‘Tikkie jij bent hem!’ Anna rende achter haar aan. ‘Kom hier!’


Die avond, toen Paula al lang in bed lag, hoorde ze de motoren weer. Vliegtuigen vlogen over, heviger en vaker dan anders. Later in de nacht schrok ze wakker van geschreeuw.

Toen ze langzaam uit bed kwam om te kijken wat er aan de hand was, schrok ze van de lichten die achter haar gordijnen flitsten. Langzaam liep ze naar haar raam en sjorde een stukje van het verduisteringspapier* opzij. Het kleine kiertje vrij zicht dat ze nu had, benam haar de adem. Soldaten liepen heen en weer, stapelden zandzakken op elkaar en sjorden met een groot kanon. Al bijna een jaar waren er al voorbereidingen, maar nu kwam het wel erg dichtbij. Snel liep ze naar beneden, waar ze haar vader en moeder aantrof, zittend op de bank. Uit de radio, die aanstond hoorde ze iemand iets zeggen:


… is in de afgelopen nacht, door de Duitse Wehrmacht, zonder enige waarschuwing een plotselinge aanval op ons gebied gedaan. Dit niet zonder …


Vader draaide de radio uit. Verbaasd vroeg Paula: ‘Wat is er papa?’ Vader en Moeder wisselden snel een blik. ‘Niets meisje. Ga maar snel weer naar bed,’ zei Vader tegen Paula.



Elke dag zag Paula Vader en Moeder aan de radio zitten, en elke dag zag ze hun hoop weg zakken. Tot 15 mei. Toen zette Vader met een moedeloos gezicht de radio uit.

‘We hebben verloren,’ zuchtte hij. Paula keek hem nieuwsgierig aan. ‘Wat hebben we verloren papa?’ vroeg ze. ‘Niks, kindje. Oorlog is niks voor kinderen. Maar vanaf nu mag je niet meer bij Anna naar binnen, goed?’ Paula was verbaasd. ‘Waarom niet?’ vroeg ze.

Haar moeder zuchtte. ‘Anna’s vader zit bij de NSB. Daarom niet.’


Enkele dagen later hoorde Paula luid gezang door de straten van Haarlem klinken.

Heel veel stemmen zongen in een vreemde taal. Paula liep op het gezang af.

Er stond een dichte menigte dicht op elkaar te fluisteren. Paula drong zich door de menigte.

Toen ze er bijna was, hoorde ze Anna’s vader iets roepen. ‘Heil Hitler!’

Toen ze eindelijk door de menigte was, zag ze een gigantische stoet mannen in glinsterende uniformen. Ze liepen in een heel vreemde waggelpas. Sommige kinderen liepen achter ze aan, en deden na hoe ze liepen. Paula liep langzaam dichterbij. ‘Paula, weg daar!’ Haar moeder rende op haar af, pakte haar bij haar arm en trok haar weg. ‘Blijf bij die mensen uit de buurt, Paula? Beloof het me!’

Vier jaar later


‘Paula, ga je zo nog langs bij de familie van Gé? Onthoud goed: als je aanklopt moet je vragen: “is Gé thuis?” Zeggen ze ja dan kom je binnen en zeggen ze nee dan ren je heel hard weg oke?’ Haar vader keek haar aan. ‘Laat dan je poppenwagen staan en ren weg. Doe dat ook als je Duitsers ziet. Na de oorlog koop ik dan de mooiste poppenwagen die ik kan vinden ja? Dit is echt belangrijk.’ Paula knikte. ‘En als Gé wel thuis is?’ vroeg ze daarna.

‘Dan kom je binnen en geef je de kranten die onder de matras van de poppenwagen liggen.’

Paula knikte weer. ‘Oké papa.’

Paula deed deze nieuwe geheime klusjes bijna een maand, toen de Honger kwam. Opeens was al het eten op. Paula ging weer het huis uit. Ditmaal om takjes te rapen om het vuur op te stoken, of vuilnisbakken uit te likken voor een beetje eten. Elke dag waren er nieuwe geruchten waar de bevrijders waren en of ze kwamen of niet. Sommige mensen zeiden dat het zuiden al bijna vrij was. Andere zeiden dat het nog jaren ging duren. Paula’s vader weigerde nog steeds om haar iets te vertellen, zodat Paula zelf  in een soort onwetendheid roes bleef.



Toen de bevrijding kwam, waren de hele straten gevuld met feestvierders. Toen Paula Anna opzocht en haar het vrolijke nieuws vertelde, knikte ze slechts. Pas veel later kwam Paula erachter wat er voor vreselijke dingen gebeurde door de NSB. Haar ouders maakte dat vrij weinig uit. Zoals die keer dat het in de kerk overvol was. Er was nog slechts een plaats vrij.

Moeder zei tegen Paula: ‘Ga daar maar zitten.’ Paula zag echter dat ze dan naast een “Duitse” vrouw kwam te zitten. Deze vrouwen hadden in de oorlog met een Duitse soldaat gezoend. Na de oorlog werden ze hun huis uit gesleurd, hun haar werd geknipt, waarna er met verf een hakenkruis op hun kale hoofd werd getekend. Deze vrouwen werden nog maandenlang getreiterd tot hun haar weer aangroeide. Paula wist dat dit een van deze vrouwen was, omdat haar haar maar heel kort was en je, als je goed keek, nog net een vaag kruis zag op haar schedel: het hakenkruis. Paula wilde niet naast een van deze ¨slechte”

vrouwen zitten. Daarom schudde ze haar hoofd en zei ze iets wat ze een van de jongens uit haar klas ook had horen zeggen: ‘Moffenhoer!’.  Pets! Haar moeders hand raakte Paula’s achterhoofd. ‘Die vrouw is verliefd geworden op de man van haar dromen! LIefde is iets moois maar het laat je ook dingen doen die je niet wilt! Deze vrouw is juist sterk en trouw als ze degene volgt van wie ze houd! Niemand is goed of slecht Paula! Het zijn de omstandigheden die het slechtste in ons naar boven halen! En nu ga je gewoon daar zitten en knoop deze les  goed in je oren!’



* Dit zwarte papier werd aan de binnenkant van een raam geplakt om te voorkomen dat het licht van de stad aan vijandelijke piloten kon verraden waar de stad was.